
Het HBDI Whole Brain model van Ned Herrmann deelt denkvoorkeuren in vier kwadranten: analytisch (blauw), gestructureerd (groen), relationeel (rood) en creatief (geel). Het model is een metaforische voorstelling die helpt om verschillende denkstijlen te begrijpen en communicatie in teams te verbeteren.
Je hoort een hiring manager praten over “blauwe denkers” en “D-kwadranten”. Of je krijgt HBDI-profielen op je bureau van het managementteam. Wat moet je ermee? Het HBDI (Herrmann Brain Dominance Instrument) duikt geregeld op in organisaties, maar weinigen begrijpen wat het werkelijk is en hoe betrouwbaar het model is.
In dit artikel krijg je een helder overzicht van het HBDI Whole Brain model. Je ontdekt wat de vier kwadranten betekenen, hoe het model is ontstaan en vooral: wat de wetenschappelijke status ervan is.
Geen promotie, geen afkraken, maar een genuanceerd perspectief dat je helpt om informed keuzes te maken.
Het HBDI Whole Brain model van Ned Herrmann
- Wat het HBDI model is en hoe het ontstond
- De vier denkstijlen uitgelegd per kwadrant
- Hoe de HBDI-vragenlijst werkt
- Praktische toepassingen in recruitment en HR
- Wetenschappelijke onderbouwing en kritiek
- Vergelijking met DISC en andere modellen
- Communicatietips per denkstijl
Wat is het HBDI model?
Het HBDI model (Herrmann Brain Dominance Instrument) is een framework dat denkvoorkeuren indeelt in vier categorieën. Ned Herrmann ontwikkelde het model eind jaren zeventig en koppelde deze denkstijlen aan vier hersengebieden. Gebruikers vullen een vragenlijst in en ontvangen een profiel dat hun voorkeur voor elk kwadrant aangeeft.
Belangrijk om direct te benoemen: HBDI presenteert zich als een metaforische voorstelling van denkvoorkeuren. Het model claimt niet dat specifieke hersengebieden letterlijk verantwoordelijk zijn voor bepaalde denkstijlen. Deze nuance blijft in de marketing van HBDI-trainingen niet altijd even helder.
Ontstaan: Ned Herrmann en General Electric
Ned Herrmann (1922-1999) was natuurkundige en werkte vanaf 1970 bij General Electric als hoofd van Management Education. Hij raakte geïnteresseerd in creativiteit en denkprocessen na bestudering van hersenonderzoek van Roger Sperry, Paul MacLean en Joseph Bogen uit de jaren zeventig.
Herrmann ontwikkelde in 1979 een vragenlijst die vier verschillende denkstijlen zou meten. Hij combineerde de theorie van linker-rechter hersenhelft (Sperry) met het limbisch systeem (MacLean) tot een vier-kwadranten model. GE gebruikte het instrument voor leiderschapsontwikkeling.
Herrmann International biedt HBDI sinds de jaren tachtig commercieel aan. Het bedrijf claimt dat meer dan 4 miljoen mensen wereldwijd het instrument hebben afgenomen, waaronder 97% van de Fortune 100 bedrijven.
Het metaforische karakter van het model
Herrmann International benadrukt dat het Whole Brain model een metafoor is. De vier kwadranten vertegenwoordigen denkvoorkeuren, niet fysieke hersengebieden die specifieke functies uitvoeren. Dit onderscheid is belangrijk, maar in de praktijk blijft de communicatie hierover onduidelijk.
Neurowetenschapper Terence Hines bekritiseerde in de jaren negentig het oorspronkelijke idee van “hersendominantie”. Zijn argument: beide hersenhelften zijn altijd betrokken bij cognitieve taken. Je hebt geen dominante linkerhersenhelft die zorgt voor analytisch denken. Het brein werkt veel complexer en integraler dan het model suggereert.
Herrmann baseerde zijn oorspronkelijke model deels op eigen EEG-onderzoek dat hij nooit volledig publiceerde in peer-reviewed tijdschriften. Herrmann International erkent nu dat de kwadranten metaforisch zijn en positioneert HBDI als een model voor denkvoorkeuren, niet als een beschrijving van hersenfuncties. Desondanks blijft verwarring bestaan bij gebruikers die het model als neurowetenschappelijk onderbouwd beschouwen.
De vier denkstijlen van het Whole Brain model
Het HBDI model verdeelt denkvoorkeuren in vier kwadranten, elk met een kleurcode. Veel mensen hebben voorkeuren in meerdere kwadranten, wat resulteert in een uniek profiel. Hier vind je de kenmerken per kwadrant.
Kwadrant A (blauw): analytisch denken
Mensen met een voorkeur voor het A-kwadrant zijn sterk in logisch redeneren, cijferanalyse en feitelijk denken. Ze stellen “wat”-vragen, willen data zien en beoordelen ideeën op basis van meetbare criteria.
Typische voorkeuren:
- Financiële analyses en budgettering
- Technische probleemoplossing
- Kwantitatieve research
- Kritische evaluatie van voorstellen
In recruitment herken je deze denkstijl aan kandidaten die direct vragen naar concrete KPI’s, hard skills-vereisten en meetbare resultaten. Ze willen weten wat de functie precies inhoudt voordat ze interesse tonen.
Kwadrant B (groen): gestructureerd denken
Het B-kwadrant kenmerkt zich door behoefte aan structuur, planning en stapsgewijze uitvoering. Deze denkstijl stelt “hoe” en “wanneer” vragen en waardeert processen, procedures en betrouwbaarheid.
Typische voorkeuren:
- Projectplanning en tijdmanagement
- Risicobeheer en compliance
- Documentatie en kwaliteitsborging
- Gedetailleerde uitwerking van plannen
Bij sollicitatiegesprekken vragen kandidaten met B-voorkeur vaak naar onboarding-processen, duidelijke verwachtingen en de structuur van het team. Ze willen weten hoe het werk georganiseerd is.
Kwadrant C (rood): relationeel denken
Het C-kwadrant vertegenwoordigt interpersoonlijke vaardigheden, emotionele intelligentie en mensgerichte communicatie. Deze denkstijl stelt “wie”-vragen en waardeert teamdynamiek, samenwerking en organisatiecultuur.
Typische voorkeuren:
- Teambuilding en coaching
- Klantrelaties en servicegerichtheid
- Conflictbemiddeling
- Culturele aspecten van verandering
Kandidaten met C-voorkeur informeren tijdens recruitment naar teamsfeer, bedrijfscultuur en ontwikkelingsmogelijkheden. Ze hechten waarde aan de sociale omgeving waarin ze werken.
Kwadrant D (geel): creatief denken
Het D-kwadrant kenmerkt zich door conceptueel denken, toekomstvisie en experimenteren. Deze denkstijl stelt “waarom niet”-vragen en waardeert innovatie, grote lijnen en mogelijkheden.
Typische voorkeuren:
- Strategische visie en innovatie
- Creatieve conceptontwikkeling
- Verbanden leggen tussen disciplines
- Experimenteren met nieuwe benaderingen
In selectiegesprekken tonen D-kandidaten interesse in de visie van de organisatie, groeimogelijkheden en ruimte voor eigen inbreng. Ze willen niet alleen uitvoeren maar meedenken over de richting.

Hoe werkt de HBDI-vragenlijst?
De officiële HBDI-assessment bestaat uit 120 vragen die je via een gecertificeerde practitioner afneemt. Je ontvangt binnen 48 uur een profiel dat je voorkeuren per kwadrant weergeeft. Dit profiel toont welke denkstijlen je voorkeur hebben (primair, secundair, tertiair).
Van 120 vragen naar denkprofiel
De vragenlijst bevat stellingen over hoe je informatie verwerkt, beslissingen neemt en communiceert. Er zijn geen goede of foute antwoorden, hoewel zelfinschatting onderhevig is aan sociale wenselijkheid. Mensen overschatten soms hun sterke punten of geven antwoorden die ze professioneel passend vinden.
Je profiel laat zien in welke kwadranten je sterke voorkeuren hebt en welke minder ontwikkeld zijn. Veel mensen hebben dominantie in twee kwadranten. Een blauw-groen profiel combineert analytisch met gestructureerd denken. Een rood-geel profiel koppelt relationele aan creatieve voorkeuren.
Herrmann International benadrukt dat iedereen toegang heeft tot alle vier de denkstijlen. Het profiel toont voorkeuren, niet beperkingen. Je scoort laag in een kwadrant betekent niet dat je die vaardigheden mist, maar dat het meer energie kost.
Wat meet HBDI wel en niet?
Het HBDI profiel meet geen intelligentie, vaardigheden of competenties. Het geeft geen oordeel over prestaties of potentieel. Het instrument beschrijft denkvoorkeuren op dit moment in je leven.
Deze voorkeuren kunnen veranderen door levenservaring, opleiding of veranderingen in je rol. Het is geen statische persoonlijkheidsmeting maar een momentopname van hoe je het liefst denkt en werkt.
HBDI meet ook geen gedrag. Dat onderscheidt het van instrumenten zoals DISC, dat zich richt op waarneembaar gedrag in verschillende situaties. HBDI focust op cognitieve voorkeuren die aan gedrag ten grondslag liggen.
HBDI in recruitment en HR-praktijk
Het model biedt handvatten voor betere communicatie en teamsamenstelling. Je hoeft geen officiële certificering te hebben om de principes toe te passen. Hier vind je praktische toepassingen voor recruitment en HR.
Teamsamenstelling met cognitieve diversiteit
Teams met complementaire denkstijlen kunnen beter presteren op complexe taken, zo blijkt uit onderzoek van Meneely en Portillo (2005). Hun studie toonde aan dat design studenten die flexibel schakelden tussen alle vier denkstijlen hoger scoorden op creativiteit. Het effect hangt echter af van taakcomplexiteit en teamsamenstelling.
Bij teamsamenstelling help je hiring managers nadenken over cognitieve diversiteit. Welke denkstijlen zijn al sterk vertegenwoordigd? Welke ontbreken mogelijk? Dit perspectief voorkomt tunnelvisie en vergroot het probleemoplossend vermogen van teams bij goede samenwerking.
Belangrijke kanttekening: cognitieve diversiteit is één factor van vele. Gebruik het niet als enige criterium voor teamsamenstelling. Competenties, ervaring, en bewezen werkprestaties blijven de belangrijkste selectiecriteria. HBDI voegt een perspectief toe maar vervangt geen grondig selectieproces.
Communicatie tussen recruiter en hiring manager
HBDI-kennis verbetert je communicatie met hiring managers. Een manager met sterke A-voorkeur wil data zien: hoeveel kandidaten, welke bronnen, wat zijn conversiepercentages. Kom met cijfers, niet met gevoel.
Een hiring manager met C-voorkeur wil weten hoe kandidaten in het team passen en wat hun drijfveren zijn. Deze manager waardeert persoonlijke verhalen en culturele fit. Presenteer kandidaten met nadruk op teamdynamiek.
Dit inzicht voorkomt miscommunicatie. Je snapt waarom sommige managers direct willen weten “wat de ROI is” terwijl anderen beginnen met “hoe voelt deze kandidaat aan”. Beide benaderingen zijn valide, maar vragen verschillende informatie.
Herkennen van denkstijlen in sollicitatiegesprekken
Je herkent denkvoorkeuren tijdens gesprekken aan de vragen die kandidaten stellen en de onderwerpen die ze aanhalen. Dit helpt je inschatten hoe iemand informatie verwerkt en communiceert.
Herkenningssignalen:
- A-voorkeur: vraagt naar KPI’s, targets, meetbare resultaten
- B-voorkeur: wil duidelijkheid over processen, werkwijze, structuur
- C-voorkeur: informeert naar teamcultuur, ontwikkeling, samenwerking
- D-voorkeur: praat over visie, strategie, innovatie, mogelijkheden
Deze observaties zijn geen assessment-vervanging. Ze helpen je wel om je communicatie aan te passen en kandidaten relevante informatie te geven. Een D-kandidaat raakt enthousiast van toekomstvisie, een B-kandidaat van duidelijke verwachtingen.
Wetenschappelijke onderbouwing en kritiek
HBDI heeft zowel voorstanders als critici in de wetenschappelijke gemeenschap. Een genuanceerd perspectief vereist begrip van beide kanten. Hier vind je wat het onderzoek laat zien.
Wat zegt het onderzoek?
C. Bunderson publiceerde in 1985 een dissertatie waarin hij concludeerde dat HBDI vier stabiele clusters van denkvoorkeuren meet. De scores waren volgens hem valide indicatoren voor deze clusters. Dit onderzoek werd echter bekostigd door Herrmann International zelf, wat vragen oproept over onafhankelijkheid.
Een studie van J. Meneely en M. Portillo in het Creativity Research Journal (2005) vond dat creativiteit bij design studenten correleerde met flexibiliteit in het gebruik van alle vier denkstijlen. Dit ondersteunt het idee van “whole brain thinking”, zij het in een specifieke context (design onderwijs).
Tegelijkertijd wijzen onderzoekers G.P. Hodgkinson en E. Sadler-Smith (2003) op de proliferatie van cognitieve stijl-instrumenten, wat volgens hen de vooruitgang in het veld belemmert. Te veel concurrerende modellen zonder duidelijke standaarden maken vergelijking moeilijk.
C.W. Allinson en J. Hayes (1996) merkten in Journal of Management Studies op dat er weinig onafhankelijke evaluatie bestaat van managementtraining-tools zoals HBDI. De meeste validatiestudies komen van de ontwikkelaars zelf, wat de objectiviteit beperkt.
Het metaforisch breinmodel kritisch bekeken
De grootste wetenschappelijke kritiek richt zich op de oorspronkelijke claim van hersendominantie. Neurowetenschapper Terence Hines noemde dit “pop psychology” gebaseerd op ongepubliceerde EEG-data van Herrmann.
Hines benadrukt dat beide hersenhelften altijd samenwerken bij cognitieve taken. Het idee dat je een dominante linker- of rechterhersenhelft hebt, klopt niet met hedendaags hersenonderzoek. Pogingen om specifieke hersenhelften te “versterken” verbeteren creativiteit niet.
Herrmann International heeft hierop gereageerd door het metaforische karakter van het model te benadrukken. Ze claimen niet langer dat de kwadranten fysieke hersengebieden representeren, maar denkvoorkeuren die metaforisch aan hersenstructuren gekoppeld zijn.
De Nederlandse Vereniging tegen de Kwakzalverij (Skepter) publiceerde in 2005 een kritisch artikel waarin HBDI als pseudowetenschap werd bestempeld. Hun bezwaar: mensen herkennen zich in elke persoonlijkheidsbeschrijving (barnumeffect), en dit maakt het model niet wetenschappelijk valide.
De pragmatische vraag is: moet een model wetenschappelijk perfect zijn om bruikbaar te zijn? HBDI biedt een gemeenschappelijke taal voor teams om over denkvoorkeuren te praten. Die pragmatische waarde bestaat los van de vraag of het model neurowetenschappelijk accuraat is.
HBDI vergeleken met andere modellen
HR-professionals hebben meerdere assessment-tools tot hun beschikking. HBDI is er één van. Hier vind je hoe het zich verhoudt tot bekende alternatieven.
HBDI vs DISC vs Big Five
| Aspect | HBDI | DISC | Big Five |
|---|---|---|---|
| Focus | Denkvoorkeuren | Waarneembaar gedrag | Persoonlijkheidskenmerken |
| Wetenschappelijke basis | Beperkt | Geen sterke academische basis | Sterk onderbouwd |
| Toepasbaarheid werk | Teamcommunicatie, cognitieve diversiteit | Communicatiestijlen, verkooptraining | Werkprestaties, persoonlijkheid |
| Stabiliteit | Kan veranderen | Situatie-afhankelijk | Relatief stabiel |
| Kosten | €335 (officieel) | €50-150 | Gratis tot €200 |
| Evidence-based | Matig | Laag | Hoog |
Interpretatie van deze vergelijking:
Geen enkel model is perfect voor alle doeleinden. De Big Five heeft de sterkste wetenschappelijke basis en voorspelt werkprestaties het best, maar is minder intuïtief voor teamgesprekken. DISC en HBDI bieden eenvoudige frameworks die teams snel begrijpen, maar missen de validatie voor selectiebeslissingen.
Voor assessment bij werving: kies evidence-based methoden met bewezen voorspellende waarde (gestructureerde interviews, werkproeven, cognitieve tests). Voor teamontwikkeling en communicatieverbetering: HBDI en DISC kunnen bruikbaar zijn als gedeelde taal, zolang je ze niet behandelt als wetenschappelijke waarheid.
Praktische tips voor elk kwadrant
Deze communicatietips zijn gebaseerd op de HBDI-kwadranten, maar onthoud dat dit generalisaties zijn. Mensen zijn complexer dan vier categorieën en context speelt altijd mee. Zie deze tips als uitgangspunt voor flexibeler communiceren, niet als vaste regels.
Voor analytische denkers (blauw):
- Presenteer cijfers, data en feiten
- Geef logische argumenten met onderbouwing
- Vermijd emotionele appeals
- Laat ruimte voor kritische vragen
Gestructureerde denkers (groen):
- Schets het proces en de planning
- Geef duidelijke verwachtingen en deadlines
- Bespreek risico’s en hoe die beheerst zijn
- Wees gedetailleerd in uitleg van procedures
Relationele denkers (rood):
- Vertel over de teamcultuur en mensen
- Leg nadruk op ontwikkeling en coaching
- Toon empathie en persoonlijke interesse
- Bespreek de impact op anderen
Creatieve denkers (geel):
- Deel de visie en het grote plaatje
- Laat ruimte voor eigen inbreng en ideeën
- Praat over mogelijkheden en innovatie
- Vermijd te veel details in eerste gesprek
Deze tips werken in beide richtingen. Hiring managers met verschillende voorkeuren verwachten ook andere informatie van jou als recruiter.
Klaar om je selectie van personeel te verbeteren?
Ontdek hoe je talent beter kunt herkennen, ontwikkelen en behouden met een van onze trainingen.
Bekijk onze training Competentiegericht interviewen
Veelgestelde vragen over het HBDI model
Wat betekent HBDI?
HBDI staat voor Herrmann Brain Dominance Instrument. Het is een vragenlijst die denkvoorkeuren meet volgens het Whole Brain model van Ned Herrmann. Het instrument deelt denken in vier kwadranten: analytisch, gestructureerd, relationeel en creatief.
Zijn er goede of foute HBDI-profielen?
Nee, er zijn geen goede of foute profielen. HBDI meet voorkeuren, geen capaciteiten. Elk profiel heeft sterke punten en uitdagingen. Succes hangt af van hoe goed je profiel past bij de eisen van je rol en hoe je samenwerkt met anderen met complementaire stijlen.
Wat is het verschil tussen HBDI en DISC?
HBDI focust op denkvoorkeuren en cognitieve processen. DISC meet waarneembaar gedrag in vier stijlen. HBDI vraagt hoe je informatie verwerkt, DISC kijkt naar hoe je handelt in verschillende situaties. Beide zijn pragmatische tools zonder sterke wetenschappelijke validering voor selectiedoeleinden.
Is het HBDI model wetenschappelijk onderbouwd?
HBDI heeft beperkte wetenschappelijke onderbouwing. Sommige studies tonen bruikbaarheid voor teamdiversiteit. De claim van hersendominantie is wetenschappelijk weerlegd. Herrmann International positioneert het nu als metaforisch model. Het heeft pragmatische waarde voor communicatie, maar niet de evidence-base van instrumenten zoals de Big Five.
Hoe betrouwbaar is de HBDI-test?
De HBDI meet consistent wat het beoogt te meten (betrouwbaarheid), maar onafhankelijke validatiestudies zijn schaars. De meeste onderzoeken komen van Herrmann International zelf. Voor teamcommunicatie is het bruikbaar als gedeelde taal. Voor selectiebeslissingen zijn evidence-based alternatieven zoals gestructureerde interviews (validiteit 0.51) betrouwbaarder.
Wat betekenen de kleuren in het HBDI model?
Blauw (A-kwadrant) staat voor analytisch denken, groen (B-kwadrant) voor gestructureerd denken, rood (C-kwadrant) voor relationeel denken en geel (D-kwadrant) voor creatief denken. De kleuren maken het model visueel en gemakkelijk te onthouden. Ze hebben geen betekenis buiten deze categorisering.
Kan ik mijn HBDI-profiel zelf bepalen zonder test?
Je herkent je voorkeuren door te reflecteren op hoe je informatie verwerkt, beslissingen neemt en communiceert. Vraag jezelf af: zoek je data of verhalen, structuur of vrijheid, logica of emotie, detail of grote lijnen? Voor een volledig profiel is de officiële vragenlijst nodig, maar zelfreflectie geeft al inzichten.
Voor welke situaties is HBDI geschikt?
HBDI is geschikt voor teamontwikkeling, het verbeteren van communicatie en begrip voor cognitieve diversiteit. Het helpt teams om beter samen te werken door verschillende denkstijlen te erkennen. Voor selectiebeslissingen zijn evidence-based methoden zoals gestructureerde interviews en werkproeven betrouwbaarder.
Over de auteur
Jacco Valkenburg is recruitment architect, auteur en trainer met 25 jaar ervaring in werving en selectie. Als oprichter van RecruitmentTraining.pro heeft hij duizenden HR-professionals getraind in evidence-based selectiemethoden. Jacco is auteur van meerdere boeken waaronder “Recruitment 4.0” en het “Handboek Eerlijk over selectie”. Hij combineert wetenschappelijke inzichten met praktische ervaring uit tientallen interim recruitment projecten.